Bevindt de watermeter zich in de tuin, dek deze dan af met bijvoorbeeld stro, dekens of isolatiemateriaal. Zorg er voor dat ook de watermeterput tochtvrij is. Isoleer met name de leidingen in de kruipruimte die in de buurt zitten van ventilatieopeningen. Daarvoor is speciaal leidingisolatiemateriaal. Ter voorkoming van bevriezing van de leidingen kunt u tijdelijk de ventilatieopeningen van de kruipruimte afdichten. Zo voorkomt u bevroren leidingen.
Vergeet deze niet weer vrij te maken als de vorst voorbij is.
Zet alle radiatoren van de centrale verwarming open, zodat de leidingen en radiatoren doorstromen. Dus ook in kamers die u niet gebruikt. Vergeet de garage niet! Zet de centrale verwarming ’s nachts niet lager dan zo’n 18 graden C. Verlaat u het huis voor een langere periode, zet de centrale verwarming dan niet te laag. Dit om schade aan de installatie te voorkomen. Leidingen die een verhoogd risico lopen op bevriezing kunt u beter afsluiten, aftappen en doorblazen. Dit doorblazen is nodig om het nog aanwezige water in de leiding te
verwijderen. Vergeet niet om na het doorblazen het aftapkraantje weer te sluiten.